Het gebied rond Natuurcentrum de Specht biedt een immens grote variatie aan flora, de Latijnse benaming voor plantensoorten. In totaal zijn er wel meer dan 200 soorten te vinden in de gevarieerde omgeving.
Het centrum is gelegen aan een voormalige maisakker, die inmiddels is omgevormd tot een bloemrijk landschap. In de vlinderweide kunt u in de bloeiperiode genieten van talloze soorten bloemen. Maar ook het bosgebied aan de rand van het centrum heeft op floragebied veel te bieden. Daarnaast ligt er een de grote poel, waar ook weer vele verschillende planten groeien. Deze diversiteit aan landschappen, zorgt voor een grote verscheidenheid aan groeiende en bloeiende flora. In het bos vinden immers weer heel andere planten hun stekje, dan op de oevers van de poel of in de licht overgoten bloemenweide.
Het gebied rondom de Specht is natuurlijk niet zomaar ontstaan. Het kale landschap is bij de aanleg van het natuurcentrum begin jaren negentig een handje geholpen door een inheems kruidenmengsel van ongeveer dertig soorten bloemen uit te zaaien. Vijftien jaar later telt het gebied een diversiteit van meer dan 200 soorten. U kunt hier nu bijzondere soorten bezichtigen zoals; wilde marjolein, kaardenbol, grote klis, kleine pimpernel en de rietorchis.
Door de diversiteit aan biotopen (leefomgevingen) rondom Natuurcentrum de Specht, herbergt het gebied een grote rijkdom aan diersoorten. Zo zijn er vele bijzondere insecten te zien. Denk bijvoorbeeld aan solitaire bijen en waterjuffers. Bij de aangelegde insectenmuur zijn de beestjes rustig te bestuderen of te fotograferen. De bloemenweides trekken in de lente en de zomer vele prachtige vlinders aan.
Vogels
De ijsvogel is in Nederland vrij zeldzaam, maar bij het natuurcentrum een vaste gast. Daarnaast zijn er nog talloze andere vogels te spotten in de omgeving. Denk aan de spotvogel, grasmus en de jagende sperwer.
Seizoenen
Verschillende seizoenen trekken verschillende diersoorten. In de winter wordt het centrum bijvoorbeeld vaak bezocht door de Appelvink en de Goudvink. Amfibieën zijn in dit koude jaargetijden niet actief, maar in de lente zijn ze volop aanwezig. Kikkers, padden en salamanders trekken dan naar de poel om voor nageslacht te zorgen.
Zoogdieren
Zoogdieren ontbreken natuurlijk niet rond het natuurcentrum. De vleermuizenbunker herbergt bijvoorbeeld een flinke populatie aan vleermuizen. Verder kan de bezoeker eekhoorns, reeën, konijnen, hazen, muizen en bij veel geluk zelfs een vos of bunzing aantreffen.